1923

Begin januari bezoekt Murshid Nederland (de precieze data dienen nader vast gesteld te worden). We weten van Ameen Carp dat hij op 7 januari sprak over ‘ Innocence’ en op 8 januari over ‘Influence (waarschijnlijk in Den Haag, Anna Paulownastraat 78 en Frederik Hendriklaan 24. PK), vervolgens spreekt hij dan op 9 januari in Amsterdam over ‘How to progress’ en op 13 januari over ‘Fate and Free Will.[1] Over deze lezingen in Amsterdam schrijft Theo van Hoorn:

“Gedurende de winter van 1923 schrijft Camilla Schneider, de latere echtgenote van Jhr. Shanavaz van Spengler, aan mijn vrouw (Dien van Hoorn, PK) over een merkwaardige Oosterling, die naar Holland is gekomen om lezingen te geven.
Op de bijgevoegde aankondiging komt een lezing voor in het Muziek Lyceum te Amsterdam; mijn vrouw gaat er die avond heen en ontmoet daar ook haar zuster Lucie. Als ik haar na afloop kom afhalen, blijkt het, dat er pauze is, en dat daarna nog vragen beantwoord zullen worden door de spreker. Achter in de zaal gezeten, zie ik Inayat Khan voor het eerst; enigerlei indruk is mij daarvan niet bijgebleven.
De volgende dag gaat mijn vrouw naar een bijeenkomst in het huis van de familie Cnoop Koopmans in de P.C. Hooftstraat; wederom ga ik haar daar afhalen. Ik tref daar een klein gezelschap, waaronder de architect Piet Kramer, mejuffrouw Hermine Scholten, Mejuffrouw S.A. (Salima) van Braam, mejuffrouw A. (Azmat) Faber.
De lezing van Inayat Khan is beëindigd, maar in de achterkamer is inmiddels een altaar opgericht, waar mevrouw Cnoop Koopmans een aantal ceremoniën verricht, waarvan de betekenis mij vrijwel geheel ontgaat.”[2]

Van Hoorn spreekt hier natuurlijk over de uitvoering van de Universele Eredienst, waar Hazrat Inayat Khan een lezing hield.

Een van de lezingen in het Muzieklyceum in Amsterdam wordt bezocht de zusters Voûte (latere soefi namen zijn Gawery en Manohary). Ze zijn hiervoor getipt door hun vriendin Sakina (Nekbakht) Furnée.  Het zal een jaar duren tot ze Mushid voor een tweede maal horen spreken, wederom in Amsterdam. [3]

Uit het lustrumboekje van het centrum Arnhem:

“Een korte herhaling van Hazrat Inayat Khans bezoek aan Arnhem (en aan Nijmegen een dag later) vond plaats op 15 januari 1923. Ditmaal was hij te gast bij mevrouw Leembruggen, in wier handschrift de lezing, die heette: ‘Het Woord dat verloren ging’, compleet is overgeleverd.” [4]

Een aankondiging van de bijeenkomst lezen we in de Arnhemse Courant van 13 januari:

Op 16 januari houdt hij een lezing in Nijmegen. Daarnaast spreekt hij in Amersfoort en Arnhem. En hoogstwaarschijnlijk ook in Huizen voor de Theosofische Vereniging op uitnodiging van Annie Besant. [5]  [6]Over de lezing in Nijmegen verschijnt een vooraankondiging in de Provinciale Nijmeegsche en Gelderse Courant van vrijdag 13 januari. De lezing zelf is op dinsdag 16 februari.

 

Zomerschool 1923

Op 9 augustus, tijdens de zomerschool van dit jaar, worden Sharifa Goodenough en Sophia Saintsbury Green  tot Murshida benoemd.

Hidayat Inayat-Khan memoreert hoe in het najaar van 1923 de oprichting van de Internationale Soefi Beweging tot stand kwam:

“(In oktober 1923)  reisde Hazrat Inayat Khan in zijn eentje (later was er op zijn reizen meestal een mureed bij) naar Genève. Hij werd daar o.a. getroffen door een groot gebouw dat ‘Maison Royale’ heette en er ook daadwerkelijk als een vorstelijk huis uitzag. Uren zat hij op een bankje ertegenover te mediteren. Een oudere dame kwam uit dat huis naar hem toe en vroeg “Wie bent u en wat doet u?” Zo kwamen zij in gesprek en zij nodigde hem uit. Daar bleek de familie van Notten te wonen, de Nederlandse consul, later centrumleider in Genève. Daar kwam hij ook in contact met Zanetti, een jurist. En zo kwamen de statuten tot stand en had de Soefi Beweging een formele start.” [7]

Deze start was op 11 oktober. Op deze dag vindt de officiële oprichting plaats van The International Sufi Movement. Het Internationaal Hoofdkwartier (International Headquarters of IHQ) is gesitueerd in Genève, statuten van de beweging geformuleerd op aanwijzingen van Hazrat Inayat Khan, door Mr. Birbal de Cruzat Zanetti.

 

Een andere markante persoon verschijnt op het soefi-toneel. Mej. A.R.C.C. Faber (Asmat, Azmat) [8] was oorspronkelijk theosofe. Maar in oktober 1923 ontmoette Hazrat Inayat Khan in Genève, Zwitserland en werd in diezelfde week ingewijd. Ze ging in 1924 voor het eerst naar de zomerschool in Suresnes en kwam ook terug in 1925 en 1926. Later zou ze in de Soefi Beweging een belangrijke rol spelen als Secretaresse en lid van het Nationaal Comité in Nederland. Daarnaast was ze redactielid van de Soefi Gedachte in de jaren ‘50 en ‘60.

Azmat Faber