De Sufi Garden, met op de achtergrond de Lecture Hall. Dit jaar zal de Soefi Beweging het volledige terrein kwijtraken.
Vilayat besluit in januari een rustkuur te doen wegens overwerktheid die tenslotte op zijn hart werkte. [1]
Mahmood Khan vervolgt zijn reis in India en kan door bemiddeling van baron Van Pallandt, die op dat moment ambassadeur in Delhi is, logeren in het paleis van de Maharadja van Jaipur. Een aantal jaren later zal dit paleis tot hotel omgebouwd worden.
Mahmood te paard, Lahore 23 maart 1956
Suresnes affaire 2, conflict rondom onteigeningsprocedure van het Soefi-land tegenover Fazal Manzil in Suresnes. Het conflict speelt zich af tussen Headquarters aan de ene kant (Ali Khan, Talewar Dussaq, Kadir van Lohuizen, Karimbakhsh Witteveen en Mahmood Khan en aan de andere kant de Suresnes-groep bestaande uit Sirkar van Stolk, Wazir van Essen, het echtpaar Guillaume (Michel en Elise) en uiteindelijk ook Vilayat. (zie verder Jironet, ‘Sufi Mysticism into the West’ en ‘Witboek over Suresnes’, Van Pallandt). De Suresnesgroep probeert het hele land te behouden door een plan te ontwikkelen voor studentenhuisvesting op het terrein. In de zomer, wanneer de studenten naar huis zijn, zouden de gebouwen gebruikt kunnen worden door de bezoekers van de zomerschool. De onderhandelaars van Headquarters trachten in overleg met de burgemeester van Suresnes een deel van het terrein te behouden, zodat de Lecture Hall kan blijven staan, en een ander deel te verkopen aan de gemeente. Het conflict escaleert wanneer Michel Guillaume een open brief stuurt naar de mureeds van de Soefi Beweging. Daarin beschuldigt hij Ali Khan en Headquarters (vertegenwoordigd door het ‘Comité voor Suresnes’) ervan het Soefiland te verkwanselen. Het Comité voor Suresnes roept een aantal prominente mureeds op samen te komen op een donderdagavond in april om met een adequate reactie te komen. Plaats van samenkomst is Café The Corner, Anna Paulownastraat 70c in Den Haag.
Uiteindelijk, in alle verwarring die ontstaat door de twee lobbyende soefi-partijen met de plaatselijke overheid, verliest de Soefi Beweging het totale terrein ten behoeve van de bouw van nieuwe woningen voor de bewoners van Parijs.
Vilayat Inayat-Khan probeert vanuit Suresnes het leiderschap van de Soefi Beweging op te eisen, zonder succes. Sommige mureeds sluiten zich bij Vilayat aan waaruit uiteindelijk (1968) de Sufi Order International zal ontstaan. (zie verder Jironet, Sufi Mysticism into the West). De actie van Vilayat heeft als gevolg dat hem de toegang tot de Zomerschool van dit jaar wordt ontzegd[2]. Een feit dat door de volgelingen van Vilayat, zoals Bhakti Eggink – van Stolk, diep wordt betreurd.[3]
De Zomerschool wordt dit jaar gehouden van 19 juli tot en met 5 augustus. Wederom waren er zo’n 40 buitenlandse bezoekers. De excursie naar de duinen van Katwijk heeft dit jaar een bijzonder karakter omdat de plek ‘Murad Hassil’ nu door een afrastering is omgeven, waardoor een meer besloten en ongestoorde ceremonie mogelijk is. Op de laatste zondag (d.i. 5 augustus) vindt de inzegening plaats van het huwelijk tussen Mahmood Khan en Nurzadi Vodegel.
Ali Khan zingt liederen tijdens de Zomerschool van 1956.
Achter de piano zit Halima Lange (foto: Alim Vosteen)
Bewijs van deelname aan de Zomerschool van 1956 van Wali van Lohuizen
Na de zomerschool van dit jaar besluit Murshida Salima van Braam zich terug te trekken uit de Soefi Beweging. In een brief aan Shahzadi Khan – de Koningh schrijft ze:
2 oct ‘56
Lieve Shahzadi,
Je brief heb ik ontvangen en de inhoud noopt mij e.e.a. recht te zetten. Sedert het door mij zeer betreurde heengaan van Shaikh-ul-Mashaikh heeft de uiterlijk leiding van de Orde voor mij opgehouden te bestaan. Er zijn teveel dingen gebeurd die volkomen in strijd zijn met de grondbeginselen van liefde, harmonie en schoonheid.
Jarenlang heb ik getracht door bidden en ook persoonlijke gesprekken verbetering in de toestand te brengen. Ik voel me niet meer thuis in een sfeer van haat en zelfoverschatting en trok mij dus terug. Haat is zoo besmettelijk. Dus zie ik alleen mijn Murshid en ben gelukkig en vredevol. Het is beter zoo. Het gebeurde dezen zomer op de Zomerschool heeft mij in mijn besluit gesterkt. Ik blijf bidden en hopen.
Het ga je goed lieve Shahzadi.
Je Mda. Salima [4]
Een deel van de bezwaren van Salima van Braam zijn te lezen in een brief die ze zond aan de leden van het centrum van Amsterdam. De brief is ongedateerd maar stamt hoogstwaarschijnlijk uit 1956: Salima van Braam aan het centrum Amsterdam 1956
Op 17 en 24 november houdt Murshida Shahzadi toespraken voor respectievelijk de V.P.R.O. en de AVRO. Zie ook het volgende briefje van de V.P.R.O. aan Shahzadi, waarop ze wordt uitgenodigd om naar de opnamestudio te komen. VPRO toespraak Shahzadi 17 november 1956
Op 17 en 18 november vindt er in Venwoude een ‘Herfstweekeinde’ van de Soefi Jongeren plaats. Ied Wiener houdt een toespraak waarin ze verteld hoe het Soefisme doorwerkt in haar dagelijks leven. Zij is in die periode adviseuse bij de Stichting Humanitas. Tijdens de Universele Eredienst op de zondagmorgen spreekt Munir Rooke over het onderwerp: ‘Tot U zoek ik mijn toevlucht Heer’.
“’s Middags hebben we nog kunnen genieten van de muziek, door E. (Ed) van Leer op de band opgenomen en van de negro-spirituals, die A. Schilperoord voor ons zong. Hierna konden we nog even onze gedachten laten gaan over de teksten, waarna W. (Wali) van Lohuizen dit weekeinde besloot met het voorlezen van een gatheka over Initiatie, de sleutel die ons de poort heeft geopend tot de schatkamer van de geest.” [5]
Op 9 december overlijdt Kadir van Lohuizen op 66 jarige leeftijd. Azmat Faber schrijft een In Memoriam in het decembernummer van de Soefi gedachte. Kadir, een mureed vanaf 1923, was vanaf 1950 tot zijn overlijden, nationaal vertegenwoordiger van de Soefi Beweging. Daarnaast was hij centrumleider van Bussum vanaf 1946 tot 1953.
Karimbakhsh Witteveen is vanaf 1950 de leider van de Soefi Jongeren geweest. Dit jaar geeft hij het stokje door aan Wali van Lohuizen. Hijzelf wordt dit jaar, op 35-jarige leeftijd, Nationaal Vertegenwoordiger van de Soefi Beweging als opvolger van Kadir van Lohuizen.