Volledige kroniek van de Nederlandse Soefi historie: Periode van 1915 tot 2016

1963

In maart van dit jaar komen de Soefi Jongeren (Sufi Youth Brotherhood) bij elkaar in ‘s-Graveland,  in aanwezigheid van Murshid Musharaff Khan en Murshida Shahzadi Khan – de Koningh. Op de foto herkennen we op de achterste rij: Hakim van Lohuizen (midden met muts en bril) en Munir Rooke (uiterst rechts), op de middelste rij: Wali (hand op de schouders) en Walia (hoofddoekje) van Lohuizen en Nadir Pool (uiterst rechts) en op de voorste rij:  Hakima Vis en Alim Vosteen  (2e en 3e van links) en Musharaff en Shahzadi in het midden.

Voor het programma van deze bijeenkomst, klik hier:  Folder SYB maart 1963

 

In het maartnummer van de Soefi Gedachte is er aandacht voor een religie die niet opgenomen is in het ritueel van de Universele Eredienst; een gebed van de Sioux indianen wordt afgedrukt.

Het Rotterdamse centrum van Kafia Blaauw houdt een Universele Eredienst van zondag 31 maart in het gebouw Delftsestraat 9 en drie dagen later is er ‘s middags een bijeenkomst in de Alledagkerk die bijeenkomt in de St. Laurenskerk:

Op dezelfde zondag 31 maart spreekt Munir Rooke in het andere centrum (dat onder leiding staat van Karimbakhsh Witteveen). Zij komen bijeen in het Beursgebouw. Beide berichten staan in Het Vrije Volk van zaterdag 30 maart 1963.

Dit jaar vieren Salima van Braam en Kafia Blaauw hun respectievelijke 80ste en 70ste verjaardag. Beide verjaardagen worden met mede-soefi’s uitgebreid gevierd.

Half juni wordt Volume VIII gepubliceerd van de serie: The Sufi Message of Hazrat Inayat Khan. Het werk heeft als titel Sufi Teachings. In september volgt Volume IX, The Unity of Religious Ideals. De redactie van deze verzamelde werken is in handen van Huzurnavaz (Floris) van Pallandt, die in deze jaren in Genève woont. [1]

Ied Wiener is nu drie jaar bezig om Soefi activiteiten in Groningen te organiseren (zie ook 1961) . De Universele Erediensten worden in dit jaar gehouden aan de A-kerkstraat 20. Later zal het centrum verkassen naar de Turfsingel 77 in het pand van de Vrijmetselaars.


Nieuwsblad van het Noorden 24 mei 1963. 

Juninummer, voor het eerst sinds lange tijd weer een artikel van Hoyack. De afgelopen 5 jaren heeft Hoyack gepubliceerd in een eigen tijdschrift ‘De Boodschap’ dat hij in samenwerking met  Ameen Carp en Fazil de Vries Feyens [2] uitgaf. Deze eigen koers was het gevolg van hun onvrede over de koers van de Soefi Beweging onder de leiding van Murshid Ali Khan

Johannes Witteveen wordt dit jaar minister van financiën in het kabinet Marijnen [3] waardoor hij minder tijd krijgt voor het centrum Rotterdam. Ook is hij niet in staat tijdens de zomerschool een lezing te verzorgen. Verder draagt hij zijn functie als Nationaal Vertegenwoordiger over aan Shanti  Jonker – Semmelink. [4]

Mevrouw Jonker opent de vergadering en deelt mede dat zij is aangesteld als Nat. Vert. van Nederland, nu Prof. Witteveen, in zijn ambt als minister , geen officiële functies voor de Soefi-Beweging zal vervullen. Wel blijft hij in de functie van Supervisor en is hij bereid in alle Nederlandse zaken steeds advies te blijven geven. [5]

Het kabinet Marijnen

 

De Zomerschool vindt dit jaar plaats van 20 juli tot en met 6 augustus. De toespraken tijden de drie Universele Erediensten worden gehouden door Karimbakhsh Witteveen, Shahzadi Khan – de Koningh en (Murshida) Gulinar Brutnell. Het verslag in de Soefi Gedachte is dit jaar niet van Iman Kunst, maar van Shanti Jonker – Semmelink.

 

Een tragische gebeurtenis: tijdens de Zomerschool overlijdt een van de aanwezige Zwitserse mureed, de heer Traudmann.

De Soefi Gedachte komt dit jaar niet uit de kosten. Het tekort wordt uit de kas van het Nationaal Comité aangevuld.

Het Nationaal Comité zal dit jaar een ‘reizend altaar’ aanschaffen ten behoeve van Universele Erediensten in nieuwe centra, zoals Groningen, die nog niet over een eigen altaar beschikken. Dit reizende altaar is tot op heden beschikbaar en te gebruiken.

Veel van het Soefi gedachtegoed is nog niet openbaar voor het grote publiek. De meeste esoterische papers blijven onder beheer van de Soefi leiders en worden nog niet verspreid in tijdschriften en boeken. Een goed voorbeeld van deze traditie vinden we in een bericht  in de notulen van het nationaal comité van 20 november 1963:

Pir-o-Murshid Musharaff Khan heeft het goedgevonden dat de eerste zes cheragspapers in de centra worden gelezen. De overige moeten voor de zomerschool blijven.

De Soefi Beweging dreigt de Vilayat-groep een proces aan te doen als ze de naam ‘Sufi Movement’ blijven voeren. De groep belooft daarop een nieuwe naam [6] te zullen aannemen.